Mijn 5 opvallende lessen over gastenbedrijven en hospitality in IJsland

Vorig jaar september zeg ik – Nel – tegen mijn moeder: “Mam, ik wil je een week mee op reis nemen. Waar wil je naartoe?” Nadat ze zich 5 seconden geen houding weet te geven, zegt ze: “O ja, IJsland.” Ik zie tegelijkertijd haar schroom, want IJsland: dat is eigenlijk wel een beetje too much. Maar laat IJsland nou ook op mijn lijstje staan.

Half februari stippel ik de reis uit. Ik wil geen kant-en-klaar pakket boeken; ik wil het lekker zelf uitvoegenen. Ik gebruik een blogartikel als inspiratie voor de route, boek vliegtickets, huur een klein 4×4-tje en reserveer voor iedere nacht een ander onderkomen, de ene keer met ontbijt en avondeten, de andere keer zit het er niet bij.

Naast het feit dat ik uitkijk naar de reis met mijn moeder, vind ik het ook interessant om wat meer rondom het hospitaliystuk in IJsland te ontdekken. Hoe doet men dat in IJsland? Want sinds we zelf een gastenbedrijf hebben gerund, kan ik eigenlijk niet meer op vakantie gaan zonder dat mijn gastenconceptvoelsprieten aangaan… Misschien herken je dat als eigenaar of zelfs al als je ervan droomt. 😉

“Sinds we zelf een gastenbedrijf hebben gerund,
kan ik eigenlijk niet meer op vakantie gaan
zonder dat mijn gastenconceptvoelsprieten aangaan…”

Onze accommodaties

Vooraf zoek ik op internet naar Nederlanders die een vakantieaccommodatie in IJsland hebben. Ik heb drie Nederlanders kunnen vinden: twee verschillende dames met een IJslandse partner en een stel uit Nederland dat een vakantiehuis op IJsland heeft. En ik ben wel nieuwsgierig naar hun droomplekken, maar ze liggen niet op de route die we rijden.

Tijdens ons verblijf van 5-12 juni 2018 in IJsland, overnachten we:

  • vijf keer in eenvoudige guesthouses, waarbij we een kamer hebben met gedeelde badkamers, soms met een gedeelde keuken, soms met een eetgelegenheid erbij; 1 keer is het restaurant van de eigenaren zelf.
  • één nacht in een sfeervolle accommodatie hebben we een kamer met eigen badgelegenheid en is er een algemene ruimte met het Berghutgevoel en heerlijk zelfbereid eten [ook dit is een guesthouse, maar duidelijk wel van een andere categorie].
  • de laatste nacht in een ‘cottage’ tussen de bloemen, naast een camping; het voelt een beetje als comfortabel kamperen.

Waarbij de 2e accommodatie het duurst is en de laaste het goedkoopst; de rest ‘hangt’ er tussenin.

 

1. Accommodaties gericht op kortstondig verblijf

Wat we zien en wat we zelf ook doen tijdens ons reis, is dat de meeste mensen 1 nacht op 1 overnachtingsadres verblijven. Een arbeidsintensieve bezigheid dus voor de accommodaties. Wij komen deze week zelf vaak rond 19.00-21.00 uur op ons vakantieadres aan en vertrekken de volgende ochtend weer rond 9.00-9.30 uur.

De eigenaren van de accommodaties gaan er heel verschillend mee om. De één legt je in een paar minuten uit hoe alles werkt en die zie je niet meer; de ander is wat geïnteresseerder en vraagt door.

En we kunnen andere reizigers ontmoeten in de gezamenlijke ruimte als we willen. Omdat ik met mijn moeder op vakantie ben, heb ik zelf niet zoveel behoefte aan contact met andere mensen. Soms mengen we ons tussen de andere gasten, soms ook niet.

Voor ons vakantiegeluk in IJsland, merken we dat we het niet nodig hebben om andere toeristen te ontmoeten. We hebben genoeg aan elkaar. En dat is ook okee. Dat brengt me op de vraag: wie is jouw droomgast en waar heeft deze behoefte aan?

 

Maar hier had ik langer willen blijven…

Éen accommodatie springt eruit, ons 6e guesthouse dat anders voelt dan de andere guesthouses: Hrifunes.

 

Op het moment dat we denken echt verdwaald te zijn, zien we deze plek liggen als we een heuvel over rijden. We hebben een sfeervolle kamer met eigen badkamer en zelfs een ruitjes dekbed :-). We kunnen vrijwel direct aanschuiven voor het eten. We genieten tussen een bont gezelschap aan nationaliteiten van al het lekkers dat eigenaresse Hadda zelf heeft gemaakt.

 

 

Tja, ik verblijf de laaste 10 jaar toch wat anders op vakantieadresjes dan daarvoor. En bij haar kan ik alleen maar denken: “Ooh, wat heerlijk. En ooooooow, wat een werk! Ik zou haar best wel even willen spreken, maar zij is druk bezig en wij zijn ook moe en voldaan van de dag. Na een leuk gesprek met een stel uit San Fransico, maken we een heerlijke nacht.

 

Ook het ontbijt ziet er zo fantastisch uit. We bekijken bij het ontbijt een fotoboek dat de eigenaren hebben gemaakt van de verbouwing en het eindresultaat van hun droomplek. “Het lijkt wel alsof ik naar jullie leven kijk”, zegt mijn moeder. En zo voel ik het ook. Ik zie een hele grote verbouwing, enorm veel liefde en ik zie kinderen op de foto. Ik voel de passie én de veelheid.

 

We hebben die dag flink wat kilometers voor de boeg, maar ik kan het niet laten om even een babbeltje te maken met de Hadda. Ze is bezig in de keuken en ik deel nogmaals mijn complimenten voor de plek en het eten met haar. Ik vertel dat ik zelf ook een kleinschalig hotel heb gerund, dus dat ik weet hoeveel werk zij verzet.

 

 

Meteen is het ijs gebroken en hebben we een superleuk gesprek. Over het werk, over het land en over dromen. Ze houdt van IJsland, maar niet van de lange winters. Tussendoor vragen gasten om nog wat tomaat. En de koffie is ook op. Zo gaat dat.

 

Ik vraag haar hoe hun droom 10 jaar  geleden ontstaan is. Ze vertelt dat haar man rond 2008 zijn baan verliest tijdens de financiële crisis zijn baan. Zij heeft op dat moment een marketingfunctie bij een groot bedrijf. Ze kopen een stuk land met een huisje erop en maken daar hun droomplek van, met inmiddels 13 kamers en een appartement. Zij is gastvrouw en kookt, met hulp, en haar man neemt als fotograaf mensen mee op meerdaagse fotografietrips.

 

Ik voel me excited over deze plek die met passie wordt gerund en ik voel me connected, omdat ik letterlijk even een kijkje in de keuken heb mogen nemen. Ik voel hoe fijn het voor een bevlogen en drukke vrouw als zij om even haar masker af te mogen zetten. “We should be friends”, zegt bij het afscheid met een big smile.

 

 

Zo’n 1,5 uur later dan gepland zetten mijn moeder en ik de reis voort. Het is eigenlijk maar goed dat we niet elke nacht zo’n bijzonder plekje treffen, want daarvoor willen we te veel van het land zien. Maar ik voel me dankbaar dat we hier zijn geweest. Dit is wat wij noemen een echt ‘gouden gastenconcept’.

 

2. Bijzondere interpretatie van ‘inclusief ontbijt’

De tweede nacht slapen we bij een dame in een huis die ongeveer 6 gastenkamers heeft. We hebben het verblijf inclusief ontbijt geboekt. Waarbij er in dit geval geen buffet voor ons klaar staat: we kunnen zelf thee zetten en dingen van het aanrecht en uit de koelkast pakken die we nodig hebben.

“Het voelt wat onwennig om iemands anders koelkast open te trekken.”

In eerste instantie voelt het wat onwennig om iemands anders haar koelkast open te trekken. Ik zie later dat mijn moeder een lekker yoghurtje van de verkeerde plank uit de koelkast heeft gehaald; daar gaat het ontbijt van de gastvrouw ;-).

Tegelijkertijd vind ik het wel slim om mensen zelf dingen te laten pakken. Ze geeft wat uitleg en verder houdt zij zich bezig met het maken van een babbeltje en het afscheid nemen van gasten. Op deze manier kan ze 12 gasten met ontbijt met gemak in haar eentje behappen.

Ik ben heel erg voor het zelf vormgeven van je gastenbedrijf, dus ik hou hier eigenlijk wel van: zelf je ontbijt klaarmaken. Waarbij het mij als gast zou helpen dat hier een stuk duidelijkheid over heb hoe dat precies werkt.

 

3. ‘Ga lekker je gang’-mentaliteit

Wat ons eigenlijk op alle plekken wel opvalt is de ‘ga lekker je gang, doe je eigen ding’-verblijf. Het kost me even om me daar gemakkelijk bij te voelen. Hier en daar treffen we bij aankomst geen gastheer of gastvrouw aan, maar hangt er een briefje klaar en kunnen we zelf de kamer in.

“Mijn hospitalitiyhart vraagt zich elke keer af: “Vind ik dit gastvrij?”

Mijn hospitalityhart vraagt zich elke keer af wat ik daarvan vind. Vind ik dit gastvrij? En nu we het een beetje door beginnen te krijgen, vinden we dat eigenlijk wel prima. We zijn lange dagen onderweg en als we dan op ons slaapadres aankomen, wil ik eigenlijk niets anders dan even mijn foto’s van de dag ordenen en lekker slapen. Het geeft ons een enorm gevoel van vrijheid dat we aan kunnen komen wanneer we willen. Dus als we rond 19 uur nog een leuk hobbelig zijpadje willen pakken met onze kleine 4×4, dan doen we dat. Dan maar wat later aankomen.

En als je denkt dat wij met een aankomst van 20-21 uur laat aankomen: er komen gerust nog mensen om 23 uur aan. Het wordt tijdens onze vakantie begin juni amper donker, dus het invallen van de schemer is geen reden om je slaapplek vroeger op te zoeken.

Als je weet dat je een accommodatie hebt waar mensen eigenlijk alleen maar komen om te slapen, zou mijn tip zijn: communiceer het. En beter nog: maak er een unique selling point van. “Wij zorgen voor een lekker bed en je kunt komen en gaan wanneer je wilt. Want we weten als geen ander dat IJsland een schitterend land is waar je tijdens je verblijf zoveel mogelijk van wil zien.” Hiermee kun je je onderscheiden door het te benoemen en het geeft duidelijkheid.

 

4. Hip comfort rukt op

Wij slapen vijf keer in verschillende soorten guesthouses. Echt prima voor een nacht, maar het zijn plekken die mij qua inrichting en stijl niet héél blij maken. Het eerder genoemde guesthouse Hrifunes maakt me wel blij. En de laatste nacht slapen we in een wat hipper hutje, bij een camping.

En zoals deze ‘cottage’ eruit ziet, zo hebben we meer hippere hutjes gezien, van eenvoudig tot luxe. Vaak van mat hout of zwart. And I love that style. Ons hutje was redelijk sfeer eenvoudig, maar van de buitenkant zag het er super uit en de gezamenlijke badkamer zag er echt super uit. En vooral de bloeiende Lupina’s en de ondergaande zon maakten deze plek tot een ware beleving.

Onderweg hebben we meerdere keren dit soort hippe hutjes gezien en mijn inschatting is dat er nog veel meer van komen. Ook in andere landen. Een eigen hutje in de vrije natuur, als onderdeel van een geheel. Eenvoudig of wat luxer. Ook ‘basic comfortabel’ zie ik terug. Onze eigen Berghut was daar 9 jaar geleden al een mooi voorbeeld van, met de authentieke gezelligheid van een echte berghut, maar dan met meer comfort. Die ontwikkeling zie je ook terug in Glampings: luxe kamperen. 

 

5. Eten verzorgen: grote logistieke uitdaging

Soms rijden we 1,5 uur zonder een supermarkt tegen te komen. Hoe doen die hotels en restaurants dat, vraag ik me af? Hoe zorgen ze altijd voor voldoende eten, en dan vooral ook verse groenten en fruit. Want ook al is het hoogseizoen nog niet begonnen als wij er zijn: in sommige restaurants kunnen we niet meer terecht.

“We moeten 2-3 dagen vooraf bestellingen bij de groothandel doen.
En anders is het een uur rijden naar de supermarkt.”

Nadat we in een restaurant in een klein plaatsje op een schiereiland hebben gegeten, trek ik de stoute schoenen aan en vraag ik bij de kassa hoe ze aan de toevoer van vers eten komen. “Ja, dat is lastig”, zegt de jongen meteen. “We moeten 2-3 dagen vooraf bestellingen bij de groothandel doen. En anders is het minimaal een uur rijden naar de supermarkt.”

Als wij voor de Berghut iets vergeten zijn voor het eten, kunnen wij in 15-20 minuten weer terug zijn. Maar in IJsland is dat andere koek. Dit probleem zul je ook vast in andere landen tegenkomen. Wij wilden eerst het liefst op een berg in de Alpen wonen, maar het is heel erg praktisch om met een B&B, hotel, questhouse, camping of vakantiewoningen niet te ver van een supermarkt af te zitten. ‘Praktisch’ kan best veel tijd schelen op een dag, laat staan in een week, maand of jaar. 

 

Een gastenbedrijf beginnen in IJsland (of ander minder gebruikelijk land): kans of onbegonnen werk?

Ik zie grote kansen voor een gaaf gastenbedrijf in IJsland. IJsland is erg in opkomst. En terecht: ik vind het echt een schitterend en uniek land met zoveel variatie aan natuurschoon. Hoewel we van locals ook wel signalen hebben opgevangen dat de tax aan toeristen eigenlijk wel bereikt is. Maar als je het voor elkaar krijgt om een bijzondere plek te creëren waar ieder Nederlandstalige persoon verblijft die naar IJsland gaat, kun je daar zeker je brood mee verdienen. Belangrijke vraag is of je van 1-dagsverblijven houdt als gastheer/gastvrouw.

Zelf zou ik overigens niet in IJsland willen wonen. Ik hou veel te veel van de zon om de donkere winters door te kunnen komen. Maar IJsland heeft wel mijn hart veroverd; ze hebben er zelfs mijn lievelingsdrop 😉 En ik ga er zeker nog een keer terug met ons gezinnetje. Hans staat te trappelen na al mijn foto’s. En voor de kids voelen walvissen spotten en ‘ontploffende’ geisers kijken als een waar attractiepark.

Warme groet,
Nel