Onvergetelijke moeder-zoon ervaring - Nel's column

Vanmorgen neemt onze oudste van 13 me mee op ontdekking naar een hele mooie waterval. Hij kent de plek al; ik nog niet. Hij heeft ‘m zelf ontdekt door langs de beek om hoog te lopen. Ik weet van horen zeggen dat de route er naartoe mooi én pittig is. Leuk en spannend om dit samen te doen.

De klim begint bij een beek vlakbij ons huis. Ibon klautert als een aap langs de beek omhoog. Hij is zo behendig en zo behulpzaam. Hij reikt me de hand als er lastige stukjes zijn en ik geniet van het water en de kleine watervalletjes die we passeren.

En dan komt er een passage waar ik even moet slikken. Ik moet de beek oversteken over gladde stenen waarbij ik moet jumpen. Links is het water diep en rechts gaat het recht naar beneden. De stenen zijn op verschillende plekken glad. Pfff… Ik ben bang om uit te glijden.

Ik vraag me af of ik dit moet doen. Eigenlijk vind ik het nu al heel mooi en ik wil ook ‘heel’ thuiskomen. Toch probeert Ibon me eroverheen te ‘praten’. ‘Mama, het water is extreem laag, zo laag heb ik het nog niet gezien. Dit is je kans.’ En: ‘Kijk, als je zo gaat staan, sta je steviger.’ Hij huppelt met gemak een paar keer heen en weer over het water heen….

Ik zoek twee stokken, die me wat extra houvast geven en… yes, daar ga ik! Hij is zo trots. ‘Als je dit kan, kun je dat rest ook’, zegt hij.

Ik hang boven afgronden, loop dwars door de brandnetels en manoevreer me door omgevallen bomen en takken. Dit is geen kattenpits. Ik voel me Tarzan en Jane, samen met mijn zoon.

Het klauteren en angsten overwinnen wordt beloond: we komen bij die schitterende waterval die hij ontdekt heeft.

Hij baalt wel een beetje: de zon schijnt nog niet op de waterval. En hij weet hoeveel mooier de waterval is met de zonnestralen erop.

Ik snap het. Tegelijkertijd geniet ik vooral van de tocht die we gemaakt hebben, hoe hij me ophoog gepraat heeft, hoe we tussendoor genieten en elkaar een hug geven.

Gister maak ik met Hans een heerlijke wandeling aan het einde van ons dal. En waar we onze auto parkeren, moet ik altijd even naar dit bord kijken: ‘Der Weg ist das Ziel’: de weg is het doel. Het is een van de belangrijkste boodschappen die we onze cursisten meegeven.

En daar moet ik tijden de wandeling met Ibon ook aan denken. Die zonnestralen komen nog wel een keer; de ervaring is nu vooral wat telt.

Daar moet ik tijdens mijn ‘watervalklim’ ook elke keer aan denken: de reis richting je droom die je gaat maken, is niet altijd even gemakkelijk. Je komt hobbels op je pad tegen. Het gaat lastig worden. Er komen momenten dat je terug wilt. Dat het te heet onder je voeten wordt. Dat de risico’s te groot voelen.

Maar dan is er toch altijd die droom: dit stip aan de horizon (die waterval) die je heel graag wilt bereiken. Dat doel geeft kracht om voor te gaan. Maar vergeet niet te genieten van het onderweg zijn.

Van de persoonlijke overwinningen, van je groei, van de connectie met mensen en van het dichtbij je doel. Uiteindelijk is er maar een manier om je hobbels te overwinnen: om de onder ogen te zien en stap voor stap aan te pakken.

Warme groet,
Nel

Meer inspiratie voor je gastendroom en gastenbedrijf vind je hier